Changekitchen logo
§ Terug naar overzicht

Hoe geef je trainingen die écht blijven hangen?

Kennisdelen
Agile

Als trainer wil ik meer dan alleen een leuke dag neerzetten. Ik wil deelnemers iets meegeven dat direct toepasbaar is in hun werk. Maar hoe vind je de juiste balans tussen inhoud, interactie en leerbehoeften? In dit blog deel ik mijn ervaringen met leerdoelen, verwachtingsmanagement en hoe Training From The Back Of The Room mij helpt om trainingen te ontwerpen die impact maken.

Change Kitchen BHAG sessie foto Pim Geerts PIMG1581

Van leerdoelen naar leerplan: wat werkt echt?

Vroeger startte ik elke training met de vraag: Wat wil jij leren? Interessant, maar ook uitdagend. De leerdoelen van deelnemers lopen vaak sterk uiteen, en niet alles past binnen het curriculum. 

Tijdens retrospectives kwamen die persoonlijke doelen weer terug, en ik voelde de druk om iedereen tevreden te stellen. Maar sommige doelen zijn te abstract of simpelweg niet haalbaar binnen de training. Dus: wat doe je dan?

 

Focus op het leerplan? Te makkelijk.

Ik besloot het leerplan van ICAgile strak te volgen. 

Efficiënt? Zeker. 

Maar het voelde als klassiek lesgeven: ik praat, jij luistert. 

Niet bepaald in lijn met agile waarden als lef, nieuwsgierigheid en teamspirit.

 

Verwachtingsmanagement: de gamechanger

Op advies van een collega ben ik gaan experimenteren. Deelnemers formuleren nog steeds hun leerdoelen, maar ik geef meteen aan wat wel en niet haalbaar is. Resultaat? De leerdoelen die niet binnen de scope zijn verdwijnen uit de retrospectives. Niet omdat ze onbelangrijk zijn, maar omdat de verwachtingen helder zijn. Deelnemers stellen hun doelen bij en focussen op wat wél past in de training. 

   

Training From The Back Of The Room (TBR): een agile benadering van leren

TBR (Training From The Back Of The Room) helpt me de balans te vinden tussen inhoud en vorm. Ik gebruik het manifest als kompas om mezelf scherp te houden en te voorkomen dat ik niet verval in klassiek training geven en ontwikkelen? Hieronder leg ik de principes uit zoals ik ze interpreteer. Je leest links van het woord “boven” steeds het waardevolste en rechts van het woord “boven” iets waardevols. Ik wil daarmee zeggen dat rechts niet altijd slecht is, maar als ik de keuze heb, kies ik voor het linker principe:  

Afbeeldingen boven woorden 

Visueel werken is bewezen effectief. Beelden blijven immers beter hangen dan geschreven of gesproken tekst. Wanneer je iets kan uitleggen met een plaatje of tekening, doe dat dan vooral. Wil dat zeggen dat woorden dan minder belangrijk zijn? Nee, maar als ik de keuze heb, zal ik altijd een afbeelding verkiezen boven tekst. Dat geldt voor Powerpoints, handouts en flipovers.   

Converseren boven luisteren  

Vanuit het perspectief van de deelnemer. Als je zelf ‘aanstaat’ door in gesprek te zijn en te praten over de lesstof, leer je sneller en onthoud je beter. Luisteren is soms ook echt nodig maar we beperken het zoveel mogelijk. Ik bied hooguit context waarna de deelnemers samen verdiepen.  

Bewegen boven zitten  

Als het even kan gaan we in beweging. We zijn niet gemaakt om lang stil te zitten toch? Zitten wordt tegenwoordig ook wel het nieuwe roken genoemd, dus komen we graag in beweging. Maar los van dat het fysiek fijn is om te bewegen, heeft het ook invloed op ons leergedrag, Als je beweegt pomp je meer zuurstof naar je hersenen dan wanneer je zit. Need I say more?  

Schrijven boven lezen  

Wie herkent dat niet? Als je iets voor jezelf opschrijft, blijft het beter hangen dan wanneer je iets alleen maar leest. Dit is mijn klassieke leerstijl van vroeger. Ik heb hele schriften volgeschreven met simpelweg overgeschreven lesstof. Het leek onzinnig maar zo leerde ik te onthouden. Dit gun ik ook aan mijn deelnemers. Uiteraard hoort lezen erbij. Net zoals je nu aan het doen bent, maar ook dit probeer ik te minimaliseren.  

Kort boven lang  

Als het kan, houd ik de lesstof kort. Dat betekent voor mij nogal wat. Ik denk dus steeds: Wat ik hier allemaal wil zeggen; wat is dat in één woord? Dit dwingt me om tot de kern te komen. Ik weiger nog langer in de valkuil te stappen: Deelnemers hebben recht op alle informatie. Nee, ik bied ze de juiste context en stel de juiste vragen. Ik weet nu wat ik vertel, maar vertel niet meer alles wat ik weet.    

Verschil boven hetzelfde  

Never change a winning team! Of toch wel? Ik heb een voorkeur setje werkvormen in mijn rugzak. Dat zijn voor mij werkvormen die òf ik goed beheers, òf die goed aanslaan bij groepen. Het zou daarom logisch zijn om steeds uit die set te putten. Los van het feit dat ik zo niet uit mijn comfortzone kom en nieuwe manieren ontdek, heeft het ook zijn weerslag op de groep. Saai is nooit leuk en trucjes werken maar kort. Dus inmiddels gebruik ik vele vormen. Tip: gebruik Liberating Structures.  

 

Tot zover een manifesto voor het ontwikkelen van trainingen. Lees je dit blog als trainingsdeelnemer? Weet dan dat je mag verwachten dat onze trainingen volgens bovenstaande principes gemaakt zijn. Ben je op zoek naar een meer klassieke college-achtige benadering? Er zijn genoeg andere buro’s die je kunnen helpen. Ben je enthousiast en wil je weten wat de beste mindset is om onze trainingen te volgen? Lees vooral verder.  

 

Kompas tijdens trainingen  

Het programma zit nu goed in elkaar volgens het hierboven beschreven manifesto. Maar hoe help ik deelnemers nu tijdens de training? Ook hiervoor is een oplossing: Connections Concepts Concrete PracticeConclusions.  

 

Hieronder geef ik je mijn interpretatie losgelaten op de 4 C’s.  

 
  • Connectie(s)  

Bekend maakt bemind. Dit betekent dat we als deelnemers en trainer(s) een beetje van elkaar willen gaan houden. Hier zijn verschillende manieren voor. We kijken niet alleen naar verbinding tussen mensen maar ook verbinding tussen de lesstof en de deelnemers. Voor jou persoonlijk betekent dit dat je, om effectief te leren, je eigen ervaringen uit het verleden en voorkennis wilt koppelen aan het onderwerp waarover je leert. En je wil in contact komen met iedereen die jou kan helpen meer over het onderwerp te leren – niet alleen de ‘leraar’, maar anderen die mogelijk meer kennis of ervaring hebben.  

  • Concepten  

Lange termijn leren wordt hiermee bedoeld. We dagen je uit om nieuwe patronen dusdanig vaak te oefenen, dat ze een automatisme worden. We helpen deelnemers om lesstof te bestendigen. Een andere manier om hiernaar te kijken is om van bewust onbekwaam naar onbewust bekwaam te groeien.    

  • Concrete oefening  

Op het moment dat je hersenen nieuwe informatie tot zich nemen, zijn ze meteen bezig om die lesstof naar de praktijk te brengen. Hoe zou je het voor jouw (werk)situatie kunnen inzetten? Wat betekent het voor je dagelijkse praktijk? Fouten maken hoort bij leren. We dagen agile coaches in onze Agile Coach opleiding uit om hetgeen ze bij ons leren, weer over te brengen op collega’s. Zo beïnvloeden we vakbekwaamheid.  

  • Conclusies  

Evalueer wat je geleerd hebt. We nemen tijd voor zelfreflectie en actieplannen. Wat je geleerd hebt, is hooguit een gereedschapskist vol gereedschap. Aan jou is het dan om te bepalen waarom, wanneer en hoe je welk gereedschap inzet. Sommige hamers en schroevendraaiers verstoffen wellicht. Dat is niet erg. Als deelnemer bepaal je zelf wat je wel en niet wil gebruiken in de toekomst.  

 

Wil je als trainer of coach meer impact maken? 

Begin bij het managen van verwachtingen, kies bewust voor werkvormen die leren stimuleren, en gebruik het 4C-model als leidraad. Zo creëer je trainingen die echt blijven hangen.

 

Benieuwd naar een training waar dit in de praktijk wordt gebracht?

Wil je zelf in levenden lijve meemaken hoe dit samenkomt in trainingen en opleidingen?